Zelfbemonstering door vissers werkt!

Minder bodemdieren en meer maatse tong in de pulsvisserij


Gedurende 2012 zijn de vangsten in de Nederlandse pulsvisserij bemonsterd door vissers (zelfbemonstering) en onafhankelijke waarnemers. Het onderzoek laat zien dat zelfbemonstering door vissers een waardevolle onderzoeksmethode is die vergelijkbaar is met de traditionele bemonstering door waarnemers. Ook toont dit onderzoek aan dat er minder bodemdieren en meer maatse tong gevangen wordt in de pulsvisserij ten opzichte van de conventionele bodemvisserij.

Het onderzoek ‘Monitoring catches in the pulse fishery’ van IMARES (2013)1 bevestigt dat zelfbemonstering een bruikbare onderzoeksmethode is die vergelijkbaar is met bemonstering door onafhankelijke waarnemers. Het is de eerste keer dat op deze schaal de vangsten in de pulsvisserij jaarrond zijn bemonsterd door vissers zelf. De zelfbemonstering is uitgevoerd door 25 schepen, die in totaal 578 monsters van hun eigen vangst hebben uitgezocht. De tien waarnemersreizen zijn verspreid over 2012 op verschillende schepen uitgevoerd. Uit de onderzoeksresultaten blijkt dat er slechts op drie punten significante verschillen zijn tussen de twee onderzoeksmethoden: de vangsten van bodemleven (benthos) en bodemvuil (debris), tong discards en maatse kabeljauw zijn significant lager in het waarnemersprogramma. Een mogelijke verklaring voor deze verschillen is dat de waarnemersreizen in een beperkter visgebied en tijdsbestek zijn uitgevoerd. Tabel 1 geeft de gemiddelde vangstsamenstelling van de zelfbemonstering en de waarnemersreizen weer.

Tabel 1: gemiddelde vangstsamenstelling in de pulskormonitoring

% aanlandingen % visdiscards % benthos % debris
Zelfbemonstering 31% 17% 18% 34%
Waarnemersreizen 29% 29% 42%*

* in de waarnemersreizen is geen onderscheid gemaakt tussen benthos en debris

De resultaten van de pulskormonitoring zijn daarnaast vergeleken met gegevens over de traditionele bodemvisserij in dezelfde periode2. De pulsvisserij vangt meer maatse tong en minder schol (zie tabel 2). Het aantal bodemdieren dat per uur wordt gevangen in de pulsvisserij ligt zelfs sterk lager dan in de traditionele bodemvisserij: 84% minder zeesterren en 58% minder krabben. Overigens is de bijvangst van kabeljauw bij beide type vistuigen zeer laag.

Tabel 2: Globale vergelijking schol en tong vangsten pulskorvisserij met bodemvisserij 2 uit 2012

Schol (kg/uur) Tong (kg/uur)
Maats Ondermaats Maats Ondermaats
Puls – zelfbemonstering 37 27 35 6
Puls – waarnemersreizen 61* 66* 32 4
Bodemtuigen 2 90 87 29 6

* afwijkend van zelfbemonstering door invloed van twee waarnemersreizen met hoge scholvangsten

Steeds meer Nederlandse vissers stappen over naar de pulsvisserij, onder andere door het lage brandstofverbruik en betere economische rentabiliteit. De puls is een relatief nieuw tuig en door grote inzet op onderzoek wordt er steeds meer bekend over deze vangsttechniek. De pulskormonitoring, in opdracht van de Coöperatieve Visserij Organisatie 3 en uitgevoerd door IMARES 4,  draagt bij aan kennis over de vangstsamenstelling van de puls.

Meer informatie:
rapport ‘Monitoring catches in the pulse fishery’ van IMARES (2013)
rapport ‘Discard sampling of Dutch bottom trawl and seine fisheries in 2012’ van IMARES (2013)
persbericht ‘Monitoring catches in the pulse fishery’ NL
press release ‘Monitoring catches in the pulse fishery’ UK