Visserij op Hollandse garnalen aanbevolen voor MSC-certificering


Op dinsdag 18 juli 2017 is het definitieve beoordelingsrapport van het MSC certificeringsproces voor de Deense, Duitse en Nederlandse visserij op Hollandse garnalen (Crangon crangon) op de MSC website (www.msc.org) gepubliceerd. In dit rapport wordt de Marine Stewardship Council (MSC) aanbevolen om deze visserij met het MSC label te certificeren. Dit is een opmerkelijke prestatie en is mede mogelijk geworden door de samenwerking die de drie landen zijn aangegaan.

Tien jaar geleden besloot de Nederlandse garnalenvisserij een MSC certificeringsproces te starten. Twee jaar later volgden de Duitse garnalenvissers dit initiatief. Deze individuele pogingen liepen echter op niets uit. In 2015 – na wetenschappelijk advies van het Europese wetenschapsorgaan ‘International Council for the Exploration of the Sea’ – besloten de Deense, Duitse en Nederlandse garnalenvissers om een gezamenlijk MSC certificeringsproces te starten. Dit besluit zorgde voor een aantal uitdagingen; het combineren van verschillende nationale wet- en regelgevingen tot een gezamenlijk managementplan was een van deze uitdagingen. Op 1 januari 2016 werd het gezamenlijke managementplan operationeel. Zo’n 400 vissers volgen allen vrijwillig één gemeenschappelijk beleid met onder andere vangstregels, technische maatregelen en een onafhankelijk controlesysteem.

De positieve aanbeveling in het beoordelingsrapport was een van de eerste hordes die de garnalenvisserij moest nemen. Er zullen er echter meer volgen. Na de daadwerkelijke toekenning van het MSC certificaat zullen de zogenaamde ‘condities’, oftewel huiswerkopdrachten, door de garnalenvisserij moeten worden

ingevuld. Hierin zoekt de visserij de samenwerking op met de belanghebbenden. Een project groep met onafhankelijk project management zal er op toezien dat discussies, interpretaties en aanpassingen van het managementplan constructief verlopen en in overeenstemming zijn met de uitdagingen van de visserij als ook met de criteria van MSC.

Door het MSC certificeringsproces is de visserij op Hollandse garnalen veranderd van een voornamelijk ongereguleerde naar een gecontroleerde en goed beheerde visserij. Tot op heden is ~90% van de op garnalen vissende vloot betrokken bij dit MSC certificeringsproces. Een van de resterende doelen van dit proces is om de overige vissers van de deelnemende landen, alsmede de vissers uit België en Frankrijk bij de certificering te betrekken waardoor een toekomstperspectief van een duurzame Europese garnalenvisserij onder één overkoepelend managementplan ontstaat.

Voor vragen kunt u contact opnemen met Durk van Tuinen (Coöperatieve Visserij Organisatie) via secretariaat@cvo-visserij.nl of via 0527 698 151.

MSC-garnalen: ETP-registratie voor 30/6 inleveren


Voor het verkrijgen van een MSC-certificaat is het belangrijk dat beschermde en bedreigde diersoorten die gevangen worden in kaart worden gebracht. Daarom moeten alle garnalenvissers de ETP-soorten registreren die ze in hun netten tegenkomen.

Indien vissers een onbekende soort vangen, kunnen zij de ETP-determinatiegids gebruiken om te bepalen welke soort zij hebben gevangen – denk aan rivierprikken, zeeprikken en finten. U kunt hiervoor ook de digitale versie uitdraaien en invullen. Voor het bijhouden van de registratie heeft CVO een blok registratieformulieren met doordrukvellen laten maken. Exemplaren zijn aan te vragen via onderstaande contactgegevens.

Klik hier voor het registratieformulier als Excel bestand

Klik hier voor de determinatiegids als PDF

Informatie verzamelen is belangrijk

Het is belangrijk dat ETP registratie plaatsvindt, aangezien voor het verkrijgen en behouden van MSC in kaart gebracht moet worden welke soorten waar gevangen worden en hoeveel exemplaren er van een soort gevangen worden. Ook is het verzamelen van deze informatie belangrijk voor de onderbouwing van waarnemingen van vissers (bijvoorbeeld dat er weinig / veel van een soort vis gevangen wordt in een bepaalde periode en/of op een bepaalde locatie). Mogelijk kan deze informatie gebruikt worden om aan te tonen dat het minder slecht gaat met bepaalde soorten dan gedacht.

Graag volledig zijn

Sinds de implementatie van de ETP-registratie komt het geregeld voor dat CVO een lijst ontvangt met ontbrekende gegevens (zoals schipnaam, datum, positie en/of lengte van de soort). Dit is zeer belangrijk voor de rapportage, daarom verzoekt CVO met klem om de formulieren volledig in te vullen.

Voor 30 juni 2017 inleveren

De uiterlijke datum van het inleveren van het eerstvolgende ETP registratie formulier is 30 juni 2017. Lever de formulieren in bij uw PO of bij Paulien Prent. Het is belangrijk dat ook lege formulieren worden ingeleverd. Plaats dan bij opmerking: geen ETP-soort gezien.

Meer informatie

Voor meer informatie over de MSC certificering garnalen neemt u contact op met Wouter van Broekhoven, tel. +31 (0) 6-46756702 of per e-mail: wvanbroekhoven@visned.nl

Vierde audit MSC twinrig, outrig en flyshoot certificaat


Op maandag 9 januari 2017 vindt de vierde audit van het MSC twinrig, outrig en flyshoot certificaat plaats.

Via Skype zal er gesproken worden over de voortgang van het certificaat en over de vorderingen die de CVO gemaakt heeft met betrekking tot het invullen van de condities voor sterrog. Deze vierde audit is de laatste jaarlijkse audit van het MSC certificeringsproces.

Na deze audit zal CVO opgaan voor hercertificering om het MSC-certificaat te behouden. Samen met de doorstart van de certificering voor de staandwant visserij wordt deze hercertificering van twinrig, outrig en flyshoot onderdeel van de Noordzee-brede ‘Joint MSC assessment’. In deze ‘joint assessment’ zullen Nederland (CVO), Denemarken (DFPO), Duitsland (EZG) en Zweden (SFPO) de handen ineenslaan om zoveel mogelijk vissoorten een MSC-certificaat te laten behalen.

Voor meer informatie over de MSC certificering garnalen neemt u contact op met Wouter van Broekhoven, tel. +31 (0) 6-46756702 of per e-mail: wvanbroekhoven@visned.nl

MSC Assessment verschaft duidelijkheid over uitdagingen voor de pulsvisserij


Emmeloord/Den Haag, 10 November 2016

Op 10 november heeft Acoura Marine het publieke MSC conceptbeoordelingsrapport* van de pulsvisserij** op tong en schol gepubliceerd. De Coöperatieve Visserij Organisatie (CVO) deelt dit conceptrapport met alle geïnteresseerden, met het doel het begrip van de pulsvisserij te verbeteren door middel van een open discussie en duidelijke, onafhankelijk geverifieerde feiten.

De MSC visserij standaard is gebaseerd op drie principes, gericht op: 1) gezonde doelbestanden, 2) minimale impact op het ecosysteem en 3) effectief visserijbeheer. Om MSC te kunnen behalen moet elk principe, gemiddeld, minstens 80 punten uit 100 scoren. Uit het concept rapport blijkt dat de pulsvisserij op principe 1 en 3 deze scores heeft gehaald, maar met 77 punten op principe 2 nog tekort komt. Als gevolg hiervan beveelt de certificeerder aan de pulsvisserij niet te certificeren.

Naast onvoldoende kennis over de impact van de pulsvisserij op ecosystemen, benadrukt het rapport ook de uitdagingen voor de pulsvisserij op het gebied van de permanente beleidskaders in het GVB, en de controle en handhaving. CVO en de Nederlandse overheid zijn al bezig deze punten op te lossen.

Ecosysteemeffecten

Acoura Marine constateert dat de fysieke bodemimpact van de pulsvisserij lager is dan van de conventionele boomkorvisserij. Tevens constateert Acoura in het conceptrapport dat de pulsvisserij minder brandstof gebruikt. Over de effecten van elektrische pulsen op het ecosysteem is echter geoordeeld dat de kennis van de effecten op het bodemleven nog niet toereikend is om met zekerheid te kunnen zeggen dat de pulsvisserij geen significante effecten heeft. Wel wordt opgemerkt dat op basis van tot nog toe beschikbare onderzoeksresultaten geen significante effecten worden verwacht. Naast aanvullend onderzoek wordt een langere tijdserie van de verspreiding van de visserij noodzakelijk geacht. Beide punten zijn terug te voeren op de korte periode waarin de pulsvisserij bestaat. CVO stelt dat nieuwe visserijtechnieken in beleidsprocessen tegenwoordig veel te bewijzen hebben vanwege de toegenomen maatschappelijke aandacht. Hierdoor stelt CVO dan ook dat de introductie van een nieuwe tuig nu een grotere uitdaging is dan enkele decennia geleden.

Middels een onderzoeksprogramma en vangstregistratie denken de sector en de overheid doelgericht de kennisleemtes te kunnen opvullen. Het vierjarig onderzoeksprogramma naar de pulsvisserij van Wageningen Marine Research (voorheen IMARES), gestart begin 2016, onderzoekt het effect van elektrische pulsen op een brede groep organismen, op het functioneren van het bodemecosysteem (korte en lange termijn), op de visbestanden en op bijvangst. De resultaten van dit onderzoek worden vervolgens samengebracht tot een overkoepelende beoordeling van de impact van de puls visserij op het Noordzee-ecosysteem als geheel. De verwachting is dat deze resultaten bekend zullen worden in 2019. Daarnaast wordt een steeds gedetailleerder beeld van visserijverspreiding, aanlandingen, en van interacties met “Endangered, Threatened or Protected” (ETP) soorten opgebouwd.

Controle & handhaving

De MSC-assessment wijst op de noodzaak om een duidelijk handhavingsprotocol vast te stellen, hetgeen nog niet het geval was ten tijde van de assessment.  Sindsdien hebben de autoriteiten nieuwe vereisten gecodificeerd om dit punt aan te pakken. Deze vereisten zijn overeengekomen tussen het Ministerie, de NVWA, de visserijsector en de leveranciers en ze zullen zo spoedig mogelijk worden geïmplementeerd. Daarnaast is ook besloten om onafhankelijke NEN-certificering van het complete pulstuig aan te vragen, waardoor ook voor de toekomst onomstotelijk vast ligt waar pulstuigen (modules en conductors) aan moeten voldoen. Dit stelt de NVWA in staat om te verifiëren dat de voltages tijdens het vissen correct worden toegepast, en in overeenstemming zijn met de meest recente wetenschappelijke inzichten.

Permanente toestemming pulsvisserij

De wettelijke status van alle visserijen met elektriciteit is nog niet definitief vastgesteld in het Europees Gemeenschappelijke Visserijbeleid (GVB). Op basis van het bestaande onderzoek, heeft de Europese Commissie reeds bij de Raad en het Europees Parlement voorgesteld dat deze vangstmethode officieel en definitief moet worden toegestaan. Echter, een definitief besluit, waarbij  alle relevante Europese instellingen betrokken zijn, moet nog steeds worden genomen. Duidelijkheid over de status in het GVB zal niet alleen de vissers zekerheid bieden, het is ook nodig voor een positief resultaat in een MSC beoordeling.

Quotes

  • Voorzitter CVO: “Voor het MSC assessment van de innovatieve pulsvisserij moeten nog meer gegevens worden verzameld en ook de regulering is nog niet volledig uitgekristalliseerd. Dat is in hoofdlijn de uitkomst van het eerste MSC-puls-traject. Omdat de pulsvisserij een nieuwe techniek is, is dat begrijpelijk. Het onderzoeksprogramma wordt, nu de juiste kennisvragen en beheersvraagstukken bekend zijn, voortvarend voorgezet. We zien een volgende beoordeling voor het MSC-certificaat daarom met vertrouwen tegemoet.”
  • MSC: “MSC waardeert het besluit van CVO om de feiten voor zichzelf te laten spreken, ook nu in dit geval de concept beoordeling geen aanbeveling tot certificering heeft opgeleverd. Een beoordeling tegen de MSC Visserij Standard levert een duidelijke, onafhankelijke analyse van de duurzaamheid van de visserij. We verwelkomen de toewijding van de visserij om de vraagstukken uit deze beoordeling  aan te pakken. Zodra dit is afgerond, roepen we hen op de MSC beoordeling opnieuw te ondergaan, om zo de duurzaamheid van de visserij te verifiëren tegen onze wereldwijd erkende duurzaamheidsstandaard.”

*Conceptbeoordelingsrapport

Het nu gepubliceerde rapport betreft formeel gezien een concept. Bij voortzetting van de certificeringsprocedure zou er in geval van een aanbeveling voor certificering nu een publieke commentaarronde plaatsvinden, waarna het concept in een definitieve rapportage wordt omgezet. Het betekent dat op het huidige concept rapport nog geen input is geleverd door MSC of door stakeholders.

**Pulsvisserij

Pulsvisserij is een innovatieve techniek met de zogeheten pulskor, waarbij met korte elektrische stootjes de platvis wordt gestimuleerd zich uit de bodem op te richten waarna deze vrij eenvoudig gevangen kan worden. Het conventionele boomkortuig gebruikt hiervoor zogenaamde wekkerkettingen.  Zie ook www.pulsefishing.eu.

Contactpersoon

Kees van Beveren, voorzitter CVO

Email: cvanbeveren@zeelandnet.nl

Tel: 06-50419141

—————————————————————————————————————————

MSC Assessment clarifies sustainability challenges for pulse trawl fisheries 

Emmeloord/The Hague, 10 November 2016

Today Acoura Marine publishes the MSC public comment draft report (PCDR)* for the Netherlands sole and plaice pulse fishery**. The Cooperative Fisheries Organisation of the Netherlands (CVO) is sharing this draft report with all stakeholders, in order to improve understanding of pulse fishing through open discussion and clear, independently evaluated facts.

The MSC Fisheries Standard is based on three principles, focused on: 1) Healthy target stocks; 2) Minimum ecosystem impacts; and 3) Effective fishery management. In order to obtain MSC certification, every principle must score, on average, a minimum of 80 points out of 100. The draft report indicates that the fishery meets the requirements, on average, for principles 1 and 3. However, the fishery falls short on meeting principle 2, with an average score of 77 points. The fishery is therefore not recommended for certification.

In addition to limitations in understanding the impacts of the pulse fishery on ecosystems, the report highlights challenges in the policy framework of the European Common Fisheries Policy (CFP), and on control and enforcement. The CVO, and the Dutch government, are already working to address these issues.

Ecosystem impacts

Acoura Marine observed that the physical impacts of pulse fishing on the seabed are lower than those of conventional beam trawl fishing. Their draft report also highlights that the pulse fishery consumes less fuel. However, the draft assessment concludes that there is currently insufficient knowledge of the impacts of electric pulses on seabed ecosystems to state with certainty that pulse fishing does not have any significant impacts. The report notes that, while the evidence available to date does not indicate significant impacts, additional research, and a longer time series of data, are deemed necessary. These challenges are related to the fact that pulse fishing is a new technique and has been operational only for a short time. CVO says that, in policy development, new fishery methods are being closely scrutinized these days due to increased societal attention. They claim this makes the introduction of a new gear now more challenging than several decades ago.

The knowledge gaps highlighted in the assessment are already being addressed by new research and catch records. For example, a four-year research programme into the pulse fishery by Wageningen Marine Research (formerly known as IMARES) started in early 2016 and is studying the effects of electric pulses on a wide group of organisms, on the functioning of the seabed ecosystem in the long and short term, on fishery stocks, and on the bycatch. The results of this research will be brought together into an umbrella assessment of the impact of pulse fishery on the North Sea ecosystem as a whole. The results are expected to be published in 2019. At the same time, an increasingly detailed picture of the fishery distribution, landings and interactions with “Endangered, Threatened or Protected” (ETP) species is being built up.

Control & enforcement

The MSC assessment points to the need to adopt a clear enforcement protocol, which had not been completed at the time of the assessment. The fishery’s management authorities have since codified new requirements to address this issue. These requirements have been agreed by the Ministry, Control and Enforcement agency, industry and suppliers and will be implemented as soon as possible. In addition, they decided to obtain an independent NEN-certification for pulse, securing the future requirements with which all pulse vessels (modules and conductors) must comply. This allows the Control & Enforcement agency to verify whether the voltages used during fishing have been correctly implemented, and that they are applied in accordance with the most recent scientific insights.

Permanent permission for pulse fishery

The statutory status of all electric fishing in the CFP is yet to be adopted on a permanent basis. On the basis of the existing research, the European Commission has proposed to the Council and the European Parliament that this fishing method should be permitted formally and definitively. A final decision, involving all relevant EU institutions, is still to be made.  Clarity on the status in the CFP will provide certainty for the fishermen, but is also required for a positive result in an MSC assessment.

Quotes

  • Chairman of CVO: “In order to fulfil the MSC assessment of the innovative pulse fisheries, more data need to be collected, and the regulatory framework needs to be finalised. This is understandable because the pulse fishing gear is a novel technique. Now that the evidence and management needs have been confirmed, the research programme is continued full steam. We look forward confidently to a new MSC assessment in future.”
  • MSC: “The MSC appreciates the decision of the fishery to let the facts speak for themselves, even though in this case the overall draft assessment did not lead to a recommendation for certification. Assessment to the MSC Fisheries Standard provides a clear, independent analysis of the sustainability of a fishery. -.We welcome the commitment shown by the fishery to tackle the issues raised in this assessment. Once these have been addressed, we encourage them to renter MSC assessment to verify sustainability to globally recognised base practice.” (Hans Nieuwenhuis, Program Director MSC Benelux)

 

*Public Comment Draft Report

Formally speaking, the report published today is a draft. During the continuation of the certification procedure, if there had been a recommendation for certification, there would now be a public comment round, following which the draft would become a final report. It means that the current draft report has not been scrutinized yet by the MSC, nor by stakeholders.

**Pulse fishery

Pulse fishery is an innovative method with a so-called pulse trawl, where brief electric pulses are used to encourage flatfish to leave the seabed following which they can be caught relatively easily. The conventional beam trawl gear uses so-called tickler chains to achieve the same result.  See also www.pulsefishing.eu

Rapport economische impact aanlandplicht


7-4

De Coöperatieve Visserij Organisatie (CVO) laat de impact van de aanlandplicht op de economische resultaten van de Nederlandse visserijvloot zien. De kosten kunnen daarbij oplopen tot boven de 25 miljoen euro per jaar. Dat blijkt uit het eindrapport van de CVO, Verkenning economische impact aanlandplicht op Nederlandse kottervloot, dat eind maart werd gepresenteerd. In dit rapport is onderzocht wat de kosten per jaar zijn om de maatregel door te voeren.

Doelstelling

De economische impact van de aanlandplicht is verkend door Flynth adviseurs en accountants BV en LEI Wageningen UR binnen het project ‘Best Practice’ van de CVO. Hierbij zijn ook de integrale effecten doorgerekend van zes innovatieve projecten die de CVO in 2014 is gestart om de aanlandplicht zo veel mogelijk uitvoerbaar, naleefbaar en handhaafbaar te maken. Aan de hand van scenario’s wordt inzichtelijk gemaakt hoe omgegaan kan worden met het extra werk aan boord als gevolg van de implementatie van deze maatregel. Ook de verwerking aan wal wordt hierbij beschreven.

Hoge kosten

De kosten voor het implementeren van de maatregel aanlandplicht is voor de puls- en langoustinevisserij tussen de 23 en de 27 miljoen euro per jaar. Deze hoge kosten hebben een negatieve werking op de visserijsector. Als er geen aanpassingen of uitzonderingen worden gemaakt dan gaat dit ten koste van de innovatieprojecten wat er juist voor zorgt om selectiever te gaan vissen.

Lees hier het rapport.

Verloop site visit MSC garnalen


10-3

Afgelopen week heeft de site visit voor MSC garnalen plaatsgevonden. Tijdens de site visit vinden er gesprekken plaats tussen het onafhankelijk beoordelingsteam en verschillende belanghebbende partijen. De Coöperatieve Visserij Organisatie (CVO), opdrachtgever, werd  vertegenwoordigd door Paulien Prent (projectleider) en  CVO voorzitter Johan Nooitgedagt. De informatie die tijdens de site visit met het beoordelingsteam wordt gedeeld wordt later door het team gebruikt om de visserij volgens de MSC standaard te beoordelen.

Wetenschappelijke onderbouwing

MSC is een ‘evidence based’ systeem. Dat wil zeggen dat de beweringen die tijdens de site visit gedaan worden wetenschappelijk onderbouwd moeten zijn. Alle beweringen die niet gebaseerd zijn op feiten, worden niet meegenomen in de beoordeling. Met het starten en doorlopen van dit MSC traject is de CVO ervan overtuigd een grote stap voorwaarts te zetten in de verdere verduurzaming van de garnalenvisserij.

Management

Om in aanmerking te komen voor een MSC certificaat is het noodzakelijk om een beheerplan te hebben voor de garnalenvisserij. Aangezien er Europees geen beheer plaatsvindt zijn de Nederlandse, Duitse en Deense aanvoer sectoren een samenwerkingsverband gestart. Samen vertegenwoordigen deze drie landen zo’n 400 garnalen vissers die zich aan het beheerplan houden.

De site visit in het kort

Maandag heeft het beoordelingsteam met wetenschappers van IMARES, de handel en verwerkingsindustrie, het ministerie van Economische Zaken en milieu organisaties gesproken. Tijdens deze gesprekken werd het beoordelingsteam meteen duidelijk gemaakt dat de Crangon crangon een bijzondere soort is waarop de conventionele manier van management niet toepasselijk is (d.w.z. op basis van bestandsschattingen). Ook werd er gesproken over beschermde gebieden (Natura 2000, VIBEG, etc.) en de manier waarop de beschermingswetgeving geïmplementeerd en nagevolgd wordt. De middag werd afgrond met de bijeenkomst van de milieuorganisaties in Utrecht.

Dinsdag werd een bezoek gebracht aan de haven van Den Oever. Een aantal garnalenvissers hebben tijdens dit bezoek hun verhaal verteld. Tevens werd er uitleg gegeven over hoe het proces van het garnalenvissen aan boord verloopt en kreeg het beoordelingsteam een rondleiding op de visafslag waarbij de sorteerlijn werd gepresenteerd. Na de lunch heeft het team zich verplaatst naar Büsum in Duitsland om daar de overige belanghebbende partijen te ontmoeten.

Woensdagochtend stond in het teken van de Duitse en Deense garnalenvisserij. Ook hier werd een uitleg gegeven aan boord en op de afslag waarna de onafhankelijke controleur een voorbeeld controle uitvoerde. In de middag vond het gesprek plaats met de Duitse milieu organisaties.

Donderdagochtend was het woord aan de Duitse wetenschappers van de Universiteit van Hamburg en het Thünen instituut. Zij gaven onder andere toelichting op het model dat zij in opdracht van de CVO hebben gemaakt en op de manier waarop de Harvest Control Rule (HCR) is opgezet. Daarna kwam wederom de handel aan bod om uitleg te geven over het belang van het verkrijgen van een MSC certificaat voor de garnalenvisserij. Na de handel was het woord aan een laatste wetenschapper waarna er een begin werd gemaakt met de zogenoemde ‘clientmeeting’. De klant, d.w.z. de CVO (NL), MSC-GbR (DE) en de DFPO (DK) kreeg hierbij de kans om toelichting te geven op zaken die gedurende de rest van de week naar voren kwamen.

Op vrijdag werd de ‘clientmeeting’ voortgezet, waarbij met name het management (zowel EU, nationaal als sector breed)werd besproken.

Na afloop van de ‘clientmeeting’ sprak het beoordelingsteam hun bewondering uit over het feit dat er binnen een jaar zoveel is bereikt, en dat de aanvoersector het voor elkaar heeft gekregen om ongeveer 400 garnalenvissers bij dit proces te betrekken.

Met deze opmerking kwam de site visit tot een eind. Het beoordelingsteam zal gedurende de aankomende maanden druk zijn met het toekennen van scores en de uiteindelijke beoordeling van de visserij.

 

Informatiebijeenkomsten aanlandplicht


12-11

Per 1 januari 2016 wordt de aanlandplicht voor de Nederlandse demersale visserij stapsgewijs ingevoerd. Om u als kottervisser te informeren over deze aanlandplicht en de bijbehorende gevolgen voor uw visserijbedrijf heeft de Coöperatieve Visserij Organisatie het initiatief genomen om een drietal informatiebijeenkomsten te houden. Deze informatiebijeenkomsten worden georganiseerd in samenwerking met het Ministerie van Economische Zaken.

Programma

Het programma bestaat uit een presentatie van het Ministerie van Economische Zaken gericht op de consequenties van de aanlandplicht voor uw visserijbedrijf waarbij speciale aandacht uitgaat naar de veranderingen voor de visserijsector per 1 januari 2016. Daarna zal de Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit (NVWA) een presentatie geven over de registratie aan boord en de regelgeving met betrekking tot vis die wordt bestemd voor niet-menselijke consumptie. Na de presentaties is er gelegenheid om vragen te stellen aan het Ministerie van Economische Zaken en de NWVA.

Locaties, data en tijdstippen

  • Vrijdag 27 november 2015 te Stellendam (UFA, Meester Snijderweg 5). Programma van 15:00 tot 17:00 uur, inloop 14:30 uur.
  • Zaterdag 28 november 2015 te Urk (Visveiling Urk, Westwal 2). Programma van 10:00 tot 12:00 uur, inloop 09:30 uur.
  • Vrijdag 4 december 2015 te Den Helder (Visafslag Hollands Noorden, Het Nieuwe Diep 27b). Programma van 15:00 tot 17:00 uur, inloop 14:30 uur

 

Namens de (dag)voorzitter Johan Nooitgedagt en de organisatoren nodigen wij u graag uit om bij één van de bijeenkomsten aanwezig te zijn. Voor meer informatie over de informatiebijeenkomsten kunt u terecht bij Durk van Tuinen (06 – 42408572, dwvantuinen@vissersbond.nl) en Jurgen Batsleer (06-12893684, jbatsleer@visned.nl ), de organisatoren van de informatiebijeenkomsten.

Noordzee enquête 2015


26-7

U vindt hem eind juli weer op de deurmat: de Noordzee enquête 2015! 

De Noordzee enquête is een internationale vragenlijst welke ingaat op de ervaringen van vissers over de toestand van visbestanden in de Noordzee. Het doel van de enquête is om de waardevolle praktijkkennis van vissers te bundelen, zodat deze gebruikt kan worden in bijvoorbeeld nationaal en internationaal beleid. In 2015 wordt dit onderzoek al voor de dertiende keer gehouden, onder Noordzeevissers uit Nederland, België, Denemarken, Engeland en Schotland. De acht vissoorten die jaarlijks onderdeel zijn van deze enquête betreffen kabeljauw, schelvis, wijting, koolvis, zeeduivel, Noorse kreeft, tong en schol.

ICES stelt jaarlijks adviezen op over de visbestanden in de Noordzee. Deze adviezen zijn belangrijk voor het vaststellen van de TAC en quota voor het volgende jaar. Door het meedoen aan de Noordzee enquête, komt er naast de wetenschappelijke modellen ook informatie beschikbaar vanuit de praktijk. En dat is belangrijk, omdat de beleving over deze onderwerpen erg kan verschillen tussen vissers, beleidsmakers en wetenschappers.

 Door mee te doen aan de enquête, kunnen we anderen inzicht geven in uw kennis over de Noordzee en uw kant van het verhaal vertellen over belangrijke onderwerpen als de visbestanden en uw economische omstandigheden. Genoeg reden om mee te doen dus!

Rapporten van vorige jaren kunt u vinden op www.nsss.eu 

Noordzee enquete 2015

Site-visit MSC puls


10-7

Op 26 maart 2015 is de CVO een MSC traject gestart voor de pulsvisserij. Een belangrijk onderdeel van het MSC traject is de zogeheten site-visit,  waarbij de certificeerder op bezoek komt om informatie over de visserij te verzamelen. Deze informatie wordt verzameld door het voeren van gesprekken met allerlei belanghebbenden die iets te maken hebben met de pulsvisserij. De informatie wordt vervolgens langs de criteria van MSC gelegd om te bekijken of MSC kan worden behaald. De MSC standaard is gebaseerd op drie principes; (1) status van het bestand, (2) impact van de visserij en (3) management van de visserij. 

De site-visit van MSC puls heeft plaatsgevonden van 29-6-2015 t/m 3-7-2015 in IJmuiden. Het assessment team heeft meerdere malen aangegeven terug te kunnen kijken op een goede en goed georganiseerde week. Het assessment team heeft een bezoek gebracht aan de OD1, gesprekken gevoerd met CVO, beide puls-leveranciers, de NVWA, ministerie van Economische Zaken, ILVO, IMARES, LEI en de maatschappelijke organisaties. Ook zijn ze aanwezig geweest bij de internationale workshop over puls op donderdag 2-7-2015 en hebben ze een bezoek gebracht aan de afslag in Den Helder op vrijdagochtend.

Naar alle waarschijnlijkheid zal de pulsvisserij op principe 1 (bestand) en principe 3 (management) voldoende scoren om MSC te kunnen behalen. Wel zal er dan op principe 3 een conditie komen voor het opzetten van een goede controle & handhaving voor de pulsvisserij. Dat is een goede zaak, omdat dit al langere tijd een wens is van alle betrokken partijen, inclusief de sector zelf. Men is daarom de afgelopen tijd ook hard aan de slag gegaan om het opzetten van de officiële controle & handhaving verder te brengen. In de tussentijd voert de CVO zelf controles uit (meer informatie) op de naleving van de voorwaarden in de ontheffingen. De voorlopige resultaten hiervan hebben we gedeeld met het assessment team tijdens de site-visit en waren eenduidig: alle 40 gecontroleerde schepen vissen binnen de randvoorwaarden van de derogatie. De CVO gaat door met het uitvoeren van deze controles totdat de officiële controle & handhaving volledig geïmplementeerd is. 

Net als bij andere bodemvisserijen, zal de score op principe 2 (impact) bepalend zijn voor het behalen van het MSC certificaat. Indien de totale score op principe 2 onvoldoende is om MSC te behalen, is dit naar alle waarschijnlijkheid gebaseerd op een te kort aan informatie over de impact op de lange termijn, en zeker niet op bewijs van een negatieve impact. De pulsvisserij is een nieuwe visserij en heeft nog niet de kans gehad om te bewijzen dat de lange-termijn effecten hiervan beperkt zijn. Simpelweg omdat de visserij nog niet zo lang plaatsvindt. Er is echter ook geen bewijs voor een significant negatieve impact en er is een hoop informatie wel beschikbaar over de puls; vangstsamenstelling, visserijverspreiding, effecten op kabeljauw, effecten op bodemdieren en bodem, effecten op schar, brandstofbesparing,  etc.). Het evenwicht tussen al deze zaken zal uitmaken of de score op principe 2 voldoende is of niet.

De komende maanden zal het assessment team de informatie verder uitwerken en de scores uitdelen. De CVO zal de eerste zijn die het concept rapport onder ogen krijgt. Op dat moment zullen we ook weten hoe we er voor staan. Wanneer de scores voldoende zijn, volgen er nog een aantal stappen in het MSC proces die hier verandering in aan kunnen brengen (bijvoorbeeld stakeholderconsultaties en bezwaarprocedures) voordat het certificaat kan worden uitgereikt.

Een overzicht van alle beschikbare informatie over de pulsvisserij is te vinden op www.pulsefishing.eu

Verhogen heffing tong tbv MSC puls


10-7

De heffing op tong ten behoeve van het MSC traject voor puls gaat per 29 juli 2015 omhoog van € 0,01 naar € 0,02 per kg aangelande tong. Afgelopen woensdag 8 juli hebben de PO’s die verenigd zijn in de CVO hier unaniem voor gestemd. Deze verhoging is noodzakelijk om de kosten te financieren die voortvloeien uit het MSC traject en de aanvullende onderzoeken die nodig zijn om de duurzaamheid van het pulstuig aan te tonen. Het is een investering in de toekomst en daarvoor wordt momenteel veel werk verzet om een algemene ontheffing en certificering met MSC mogelijk te maken. De heffing van € 0,02 gaat om een bruto bedrag, netto bedraagt dit € 0,016 per kg. De heffing geldt alleen voor de kotters met een pulsontheffing en zal via de afslagen geïnd ten behoeve van de CVO.